Wetboek van Strafvordering
Artikel 126b
1
Tijdens het strafrechtelijk financieel onderzoek is de officier van justitie bevoegd zonder verdere rechterlijke machtiging te gelasten dat voorwerpen op grond van artikel 94a in beslag worden genomen.
2
Indien de officier van justitie zulks in het belang van het strafrechtelijk financieel onderzoek noodzakelijk acht, vordert hij dat de rechter-commissaris ter inbeslagneming een plaats doorzoekt dan wel andere hem krachtens het derde lid toekomende bevoegdheden uitoefent.
3
Aan de rechter-commissaris komen tijdens het strafrechtelijk financieel onderzoek dezelfde bevoegdheden toe als tijdens een gerechtelijk vooronderzoek, met dien verstande dat:
a
hij ook bevoegd is de uitlevering ter inbeslagneming te bevelen van brieven welke kunnen dienen om door degene tegen wie het onderzoek is gericht, verkregen wederrechtelijk voordeel aan te tonen;
b
hij niet gehouden is degene tegen wie het onderzoek is gericht of diens raadsman tot bijwoning van enige door hem te verrichten onderzoekshandeling toe te laten.
Jurisprudentie bij dit artikel
- Hieronder wordt een selectie van de bijbehorende jurisprudentie getoond.
-
LJN AE3564, Cassatie, 00053/01 B
Rechtsoort
Straf
Datum uitspraak
21-01-2003
Status
gepubliceerd
Soort procedure
Cassatie
Instantie
gepubliceerd
Rechtsoort
Hoge Raad21 januari 2003 Strafkamer nr. 00053/01 B KD/SM Hoge Raad der Nederlanden Beschikking op het beroep in cassatie tegen een beschikking van de Arrondissementsrechtbank te Maastricht van 7 december 2000, nummer 03/008038-00, naar aanleiding van een door de Rechter-Commissaris, belast met de behandeling...